INTO THE GREAT WHITE OPEN REVISITED |
Tot de bekendste Vlielandse producten behoren volgens het Vlieland kwartetspel de Geitenkeutels.
Ik heb daar echter geen geit gezien, maar dat kan aan mij liggen.
Geitenkeutels |
Tot de voornaamste bezienswaardigheden van Vlieland behoort volgens ‘Vlieronde’, de informatie & activiteitenkrant van Vlieland met een oplage van 30.000, het Armhuis, daterend van 1662, een merkwaardig architectonisch gebouw dat onderdak bood aan weduwen en wezen van het eiland, maar sinds 1950 een voortreffelijk restaurant met ‘een leuke wijnkaart’, en -merkwaardig genoeg- op zaterdag enkel 1 menu, waar nog wel wat mee geschoven kon worden. Gek genoeg geeft het deze avond geen lokale specialiteiten, maar zoetwater (!) garnalen en als hoofdmoot een sukadelapje van Kampens lam, terwijl het personeel recentelijk gerekruteerd is from the mainland, zeg maar ‘s Hertogenbosch en omgeving.
Armhuis |
Tegen de countervalue van 70 festivalmunten (inclusief een fles Pouilly Fumé afkomstig uit een voor mij nieuw huis uit de Loire) vergaten we even de gemiddeld genomen ruim voldoende festivalcatering van o.a. de Eindhovens culinaire goochelaar André Amaro en de Nederlandse Japanner met z’n sushi die met de gasbrander nog even een finishing touch kreeg.
Het uit het Groot Dictee geleende feeëriek verlichte buitenterras aan de rand van het grasperk blijkt met zacht zomers weer een prima horeca-locatie te zijn. Het is allesbehalve vol, want volgens de maître is ieder bij het festival aan het eten. Het is inderdaad in vergelijking met de eerste editie opmerkelijk rustig in de Dorpsstraat, de enige hoofdstraat van het eiland, je kunt er een kanon afschieten; behalve voor de Oude Stoep.
Dubsteppen in de Oude Stoep |
‘s Nachts schuiven we dit partycentrum even binnen om een tip van een van de programmeurs (S.W.) het nivo van de dubstep-dj uit te checken. Een relevatie om te ontdekken dat inmiddels "Like A Rolling Stone" in de uitvoering van Bob Dylan op Vlieland ook valt onder de dubstep. Interessant genoeg is sigaretten roken hier heel gewoon, maar met een glaasje prik naar buitenlopen is niet toegestaan.
Buiten staat het hele korps van de lokale Hermandad met de mountainbike in de hand te keuvelen over van alles en niks. Als je mij had gezegd dat het hier een verklede pose van een team voorslapers van een matrassenfabriek betrof, had ik ‘t ook geloofd.
Zaterdagnacht is ‘Grand café de Bolder’ aan de beurt, de kantine van de festivalcamping aan de beurt. In een eerder verslag m.z. memoreerde ik dit ‘grandcafé’ reeds dat eigenlijk een oer ongezellige houten Kiet is. Maar voor het festival Into The Great White Open geldt dat het publiek het festival vormt. Eigenlijk maakt het niet zoveel uit wie de plaatjes oplegt. Als DJ Saint Paul in het bingozaaltje "I’m not in love" van 10CC draait, is het aanwezige voornamelijk Utrechtse publiek al dermate kachel dat sommige voormalig katholieke jongelieden van de organisatie heimelijke hun voorkeur voor de herenliefde openlijk demonstreren. Inmiddels is het dj-collectief dat normaal gesproken pendelt tussen Amsterdam en Utrecht uitgedraaid in het bargedeelte, en zijn klassiekers voorbijgekomen van Dead Kennedys en Sex Pistols, voornamelijk uit het tijdsgewricht dat voor het merendeel van de donker of lichtbruine katoenenpolsbandjeshouders geldt als jeugdsentiment.
Over dat polsbandje gesproken. Ik heb geen idee wat er precies op staat, maar als ze me zouden zeggen dat het een hele schunnige uitspraak van Waddendichter Jan Kleefstra (64) is, dan geloof ik dat onmiddellijk.
Jan Kleefstra schuinschrift |
Ik weet niet zeker of ik het bij de eerste editie over het hoofd heb gezien, maar het festival heeft ook een eigen festivalkrant die door de zus van een van de programmeurs, Ron Euser, in elkaar geplakt wordt. Die krant heet de Kolderkrant en dat kan natuurlijk geen toeval zijn; camping Stortemelk is verdeeld in De Bolder en in De Kolder. Carolien Euser is niet alleen krantenpoes en redactielid van het festivalboekje, ze bemoeit zich ook met Art @ Day, en tezamen met Tom Barman met het filmprogramma.
Opmerkelijk veel dames, maar ook dames en heren met kroos deze editie. Eveneens viel het op -in verhouding tot de eerste versie van het evenement- dat kennelijk the young parents dit keer liever zonder het nageslacht uit de bol wilde gaan, hetgeen fraaie tafereeltjes, maar ook hilarische situaties opleverde. Back in time? Kletsen met muziek om je heen, of op jacht naar verkering of met je vrienden en buren uit Utrecht het op een gezellig zuipen zetten, shagroken of heel voorzichtig buiten een blowtje leggen. Good old times, zonder stress, met je tentje aan de overkant van het campingpad. Uitgecampeerd betekent een hotelkamer, appartement of recreatiewoning,net als dit jaar Volkskrant recensent Menno Pot, die vanuit de Karrekiet een mooi uitzicht had op het komen en gaan van de muzikanten die in het voormalige reddingsboothuis (‘Duinatelier De Schuur’) aan de Noordzeekant hun akoestische sessies voor 3voor12 kwamen doen.
Een enkeling komt met het eigen bootje en praten nog wat na aan boord met een waxine-lichtje in de jachthaven.
Overdag (en voornamelijk op het hoofdterrein; weinig romantisch aangemerkt als Sportveld) geeft het her en der gezinnetjes op het festival, en ik hoorde dat Thijs Mantel middels een babysit-ap contact hield met zijn i-boorling in de kampeertent. Elders zag ik de kinderarbeid waar men zich bij andere festivals zo hard tegen weert: kindertjes die de lege plasticbekers met speciale festivalopdruk ophalen om die hardcups vervolgens in te leveren tegen een vergoeding. Bij #TGWO is dat geen kinderarbeid, bezigheidstherapie of halsmisdrijf. Op het Sportveld leveren 20 lege cups 1 festivalmunt op, terwijl je er bij Naar Buiten minimaal 40 moest inleveren voor een zelfde muntje (waarde 2,50 euro).
hardcups inzamelen |
Erg flauw is de constatering dat het een exclusief blank feestje is. Feit is dat de enige gekleurde medemens op het eiland een optredend artiest is. Een ander feit is dat de overdaad aan grachtengordel kinderbakfietsen dit jaar geen verkeersopstoppingen opleverden.
De recensie in de Volkskrant van maandag 9 september kreeg een rare kop "Prikkelender dan Pinkpop en Lowlands", maar even later wordt een goede constatering gedaan: "ITGWO doet ertoe, het festival telt mee. Kleinschalig is het gelukkig nog altijd. Gemoedelijk ook, al is het festival inmiddels wel ontdekt door een categorie publiek die voordringt in de rij voor de kleine podia en afval in de natuur smijt….Into The Great Wide Open 2011 kon al lang niet meer stuk."
Jacob Haagsma constateerde zuur dat er inmiddels ook gefouilleerd werd en in tassen werd gekeken om meegenomen drank en en etenswaren te confisqueren. Fouilleren heb ik niet gezien, wel loeren in de tassen. En dat vinden de bezoekers van #TGWO niet ok.
In het dorp wordt door de locals niet al te openlijk gekankerd, maar de plaatselijke horeca maakt het verloren zomerseizoen niet goed met dit festival. Naar verluidt heeft 25% van de 1100 koppige eilandbevolking niks met festival. De reden daarvoor is niet van religieuze aard, want nog slechts 3% is de kerkgang trouw.
Het organiserend personeel van Hotel Zeezicht is best happy met het festival want het hotel zit vol en de gasten consumeren ook redelijk. Desalniettemin is het na 23.00 uur uitgestorven en is alleen nog de zijdeur open. De campingwinkel van Stortemelk daarentegen schijnen deze zomer al weer helemaal binnengelopen te zijn want de winkel ging klokslag onvermurwbaar 22.00 uur dicht, en vanaf 21.45 uur werden er geen kopers meer toegelaten. De festivalorganisatie heeft moeten smeken om op zondag de winkel open te krijgen. Het koopmanschap is niet echt aan de locals besteed. Het schijnt ook zo te zijn dat knap wat eilandbewoners hun heil in het #TGWO-weekend elders, aan het vastenland zoeken.
Bij aankomst op het eiland is het huren van een feest ditmaal geen issue; extra partijen huurfietsen zijn van Terschelling overgebracht.
Op zondagmiddag meldt de eigenaresse van de kadoshop in de Dorpsstraat dat ze toch nog alle paraplu’s is kwijt geraakt en een hoop poncho’s heeft kunnen slijten, maar niet zo als ‘toen’ (de eerste editie).
Ik had mij voorgenomen om, als het zou gaan regenen, de eerst volgende boot terug zou nemen. Wat dat betreft was de middagboot van zondag (16.45) maar twee uur te laat.
Toen onze attractie Eefje, na een uitmuntend concert op het Bospodium (met een 8- door 3voor12 beoordeeld) haar publiek op zondagmiddag bedankte voor de aanwezigheid, ging het regenen;over voorzienigheid gesproken.
Natuurlijk is het niet eerlijk om het hele fenomeen op te hangen aan de weersomstandigheden. Dat is namelijk voor het publiek van ITGWO not an issue. Ze worden graag piesnat.
Ik niet. Ik heb een kuthekel aan fietsen en vooral aan nat worden. De combinatie is voor mij een acute reden om rechtsomkeer te maken.
Modder, heuveltje op, miezer of zware reden, voor mij hoeft dat allemaal niet.
De fietsenverhuurder Jan van Vlieland stond net een praatje te maken met een agente van politie (op een justitie-mountainbike) toen ik m’n fiets weer inleverde.
Hij keek op z’n horloge en zei: "Je kan nog zeker een keertje rondom het eiland fietsen voordat je ‘m in moet leveren"
Ik wees naar de zwaar bewolkte lucht en zei: "Het is een mooi festival meneer, maar ik heb een kuthekel aan fietsen en vooral in de regen, en bovendien gaat de boot om kwart voor vijf"
Voor mij was de arttrail op de fiets eigenlijk het maximum.
Met zon is eigenlijk elk buitenfestival leuk en veelal ook gezellig, en dat geldt ook voor de arttrail.
Ik begrijp dat het wat mag kosten.
En ik kan mij goed voorstellen dat de gemiddeld PVV-er dat begrotingstechnisch onverantwoord zal vinden, en zeker dat onderdeel dat als entartet gelabeld kan worden.
Op de graat gefiguurzaagde vissen, uitgelicht of niet, horen niet in een bos!
"Schijnbeelden van Vieze Directrices"
Hiervoor moet je echt een eindje door het bos (fietsen of lopen).
Fiets laten staan bij de aanvang van het pad naar de soort open plek in het bos.
Het geïmproviseerde podium is redelijk primitief van een houtje-touwtje-spanzeildak voorzien, maar ik vrees dat bij windkracht 3 reeds code oranje/rood zal gelden.
Het terrein is om de aanloop onder controle te houden afgezet met een roze en lichtblauwe wollen vliegende afzetting, die dagelijks wordt gecontroleerd en bijgewerkt door een fanatieke hippie-achtige dame compleet met oma-jurk en laarzen, waarschijnlijk een kunstenares.
Achtereenvolgens kwamen daar Roosbeef, James Vincent McMorrow, Lucky Fonz & De Felle Kleuren, Marike Jager en Eefje voorbij gedenderd.
Naar Buiten trad buiten de oevers; reden voor de boswachter om zich te beklagen bij de organisatie omdat het bos hier niet tegen zou kunnen. Goede kans dat volgend jaar naar een andere boslocatie zal moeten worden uitgezien.
Nu was hij er al een week eerder met een camera-ploeg o.l.v. David Kleiweg die voor de Nederlandse televisie hem dagelijks volgde om een documentaire over Otto Wichers (ware naam van Lucky Fonz) te maken. Je kon je kont niet draaien of daar waren de achtervolgers alweer. Midden in de nacht voor het hotel (interview met Otto’s herontdekte Belgische held Guido Belcanto), op het strand bij een kampvuur met de Betties om hun twintig jarig Palomino jubileum te vieren, in de Dorpstraat etc etc.
De programmeurs konden geen plaatsje op het programma vinden voor Schradinova (de nieuwe band van Room 11 zangeres Janne Schra), daarom nam Lucky Fonz haar voor deze gelegenheid op in zijn band De Felle Kleuren. Samen dansten zij op het podium midden in de show de met veel bloed, zweet en tranen ingestudeerde cha-cha.
De documentaire is een interessant werkstuk geworden. Alleen van het restmateriaal kun je een week tv-maken.
Tijd om even een weblog in elkaar te typen.
Volgens Dago, hoofd catering van het festival, was er goed geconsumeerd, en dat moest ook wel want het kan financieel allemaal maar net uit.
Op de volgende foto is de hele meute reeds in elkaar gestort.
Verder op weg naar huis legden we aan bij Van Der Valk te Breukelen (die topgezellige omgebouwde sjinees zal ik maar zeggen).
Mijn oog viel op een wandinscriptie met een quote van de Amerikaanse critica Fran Lebowitzj:
Great people
talk about ideas
Average People
talk about things
Small people
talk about wine