INTERESSANT!


19.Mar.2024 06:06

REDDER AAN DE WAL 46519

november 7th, 2011

In 1988 ben ik ‘Redder aan de Wal’ geworden met als Donateurnr. 46519, en omdat ik dat ‘op de zaak’ heb gezet indertijd, kwam ik ook in aanmerking voor een zogenaamd ‘bunkerbootje’ van de KNRM, dat was vroeger een houten schaalmodel van een traditionele reddingssloep, maar sinds midden jaren 80 een plastic model dat ongeveer 25 cm meette.
Zo’n toonbankbootje heeft een gleuf waar je geld in kunt stoppen (vandaar het woord ‘bunkeren’), naar verluidt staan er duizenden in Nederland in winkels en dergelijke.

"De stichting Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (sinds 1991) heeft ten doel het kosteloos doen verlenen van hulp en bijstand op open water aan hen die in gevaar verkeren of in gevaar dreigen te raken. Het gebied bestrijkt het Nederlandse deel van de Noordzee, de gehele Nederlandse Kust, de Zeeuwse wateren, het IJsselmeer en de randmeren. Sinds de oprichting in 1824 heeft de KNRM er voor gekozen dit te doen als zelfstandig opererende, ongesubsidieerde, instelling."
Op zich is het al een merkwaardige zaak dat het redden van mensen nog steeds een zaak is van het particulier initiatief.
In 1889 kwam een Staatscommissie tot de conclusie dat staatsinmenging in het reddingswezen niet nodig is en dat beide particuliere reddingsmaatschappijen de K.N.Z.H.R.M. en de K.Z.H.M.R.S. (Noord en Zuid, beide ‘koninklijk’ sinds 1949) op bestaande wijze uitstekend functioneren.
Op 22 mei 1991 fuseren beide tot de KNRM . Helaas verkaste het kantoor van de Zuid in Rotterdam naar Amsterdam; op zich al een slecht teken.
Omwege mijn speciale band met de Wadden Diamant Ameland wilde ik per se zo’n houten bootje. Maar het clubblad "De Reddingboot", waarin opgenomen stoere, spectaculaire en simpele reddingverslagen op zee, is ook bijzonder interessant. En ik vond het ook heel leuk om alle bijbehorende parafernalia aan te schaffen zoals de onvermijdelijke zilveren lepeltjes, sjieke stropdassen met een bootje, manchetknopen, bootvlaggetjes, etc etc.
Als kind kon ik minutenlang het houten bootje op de toonbank bij de slager bekijken, en dacht daarbij dan onmiddellijk aan de jaarlijkse schoolvakanties op Ameland, het strand en vooral het uitvaren bij nacht en ontij van de reddingsboot. Daar hoort een heel verhaal bij, maar dat komt een andere keer, want daar gaat het nu even niet om.
Het liefste had ik dus zo’n handgeschilderde collecte-bootje gehad. Jammer genoeg kreeg ik toen een behoorlijk lelijk plastic geval toegestuurd met nummer 3314.
Maar alles wat je heel lang bewaard wordt soms vanzelf door lelijkheid mooier.
Het bootje was versierd met opgeplakte blauwe papieren balken met het heusche opschrift "KONINKLIJKE NOORD-EN ZUID-HOLLANDSE REDDING-MAATSCHAPPIJ" in witte letters.
Dat ik thuis geen toonbank had, betekende nog niet dat er geen giften binnenkwamen, integendeel, visite doneerde ruimhartig, veelal lacherig en met komisch genoegen.
Jaarlijks werd het toch nog steeds luttele bedrag aangevuld tot 15 gulden en overgemaakt naar de club. Donateur 46519 had weer aan zijn maatschappelijke verplichting voldaan en ik genoot ervan dat o.a. door mijn bijdrage tot op heden ruim 75000 menschen uit de golven gevist werden op allerlei -en soms ongelooflijke- manieren.
In 1991 kreeg ik losse plakstroken toegestuurd om het bootje om te polen tot "KONINKLIJKE NEDERLANDSE REDDING MAATSCHAPPIJ", maar dat vond ik een stapje te ver gaan, want ik heb meer met Noord omdat dat tot het jachtgebied behoorde van de wereldwijd unieke paardenreddingboot van Ameland dus.

knrm

Echter snel na de eerste beurscrisis bleek de penningmeester een fors kapitaal verspeeld te hebben.
Dit kapitaal was afkomstig van giften, donaties en vooral substantieel van legaten.
Ik schreef de club een pissig briefje met een verzoek om een serieuze verantwoording. In het clubblad kwam een veel te slap antwoord van de pietenman, dat bij menig Redder aan de Wal in het verkeerde keelgat schoot.
Uit protest nam ik het ‘bunkerbootje’ uit de vaart, en beperkte ik mij tot de aanschaf van de parafernalia, en daarnaast bestelde ik jaarlijks voortaan voor de zaak voorbedrukte kerstkaarten met reddingboottaferelen inclusief verzendenvelop.
Kennelijk geschrokken van mijn protest werd er ook geen acceptgiro meer gestuurd voor de jaarlijkse opbrengst van het bootje.
Het bootje verdween in de vitrinekast.

DSC05115
De 3314 op het droge in de vitrinekast


En ik heb er jaren niks meer over gehoord….

Tot afgelopen dinsdagmorgen zich in alle vroegte twee keurige heren aan de voordeur meldden om te informeren naar het bootje.
Nu weet mijn vrouw dat ik zeer aan het bootje gehecht ben; bovendien lag ik nog te knorren. Zij besloot om mijn telefoonnummer te geven dan konden ze later op de dag even bellen.
En ja hoor, rondom het avondeten belde een beleefde meneer. Hij bleek praktiserend vrijwilliger met als speciale opdracht de nog vigerende bootjes in kaart te brengen.
Het werd een gezellig gesprek waarbij ik eerlijk heb gezegd dat ik er niet over peinsde om het bootje na al die jaren terug te geven.
Mijn betoog en redenering over de beurscapriolen van de penningmeester kon op veel bijval en begrip rekenen.
"Die man is er al een tijdje geleden uitgevlogen, hoor."
"Dat hebt U dan prima geregeld meneer, speculeren onze donaties zou verboden moeten worden, toch? Maar wat nu met mijn vitrinestuk?"
"Meneer Venema, ik ga het bootje schrappen uit ons bestand, want U bent een gewaardeerd Redder met een goed verhaal. En mocht ik ergens nog op een houten versie stuiten, dan bel ik U onmiddellijk!"

Kijk, wij bezielde Redders onder mekaar begrijpen elkaar!