INTERESSANT!


20.Apr.2024 08:04

INTO THE GREAT WHITE OPEN 2009

september 7th, 2009

"Eddie waited ’til he finished high school
He went to Hollywood, got a tattoo
He met a girl out there with a tattoo too
The future was wide open

They moved into a place they both could afford
He found a nightclub he could work at the door
She had a guitar and she taught him some chords
The sky was the limit
Into the great wide open
Under them skies of blue
Out in the great wide open
A rebel without a clue
The papers said Ed always played from the heart
He got an agent and a roadie named Bart
They made a record and it went in the chart
The sky was the limit
His leather jacket had chains that would jingle
They both met movie stars, partied and mingled
Their A&R man said ""I don’t hear a single""
The future was wide open
Into the great wide open

etc

Het shirt; I was there! Bij het opzetten van een festival is de keuze van de naam voor je feestje ontzettend belangrijk vind ik. Zo ben ik nog steeds van mening dat de naamgeving voor het Lowlandsfestival voor 100% de lading dekt (of misschien moet ik inmiddels zeggen dekte):
”A Campingflight Into Lowlands Paradise”.
Soms verbastert men ‘into’ in ‘to’, of nog onbeleefder in ‘t kort ‘Lowlands’.
Volgens mij net zo slecht als het terugbrengen van ”Nijmeegse Studenten Vereniging Diogenes” naar ‘Dio’; dat getuigt niet echt van veel respect voor het roemruchte verleden van de club, die inmiddels dan ook terecht ter ziele is.
Dat ”A Campingflight Into Lowlands Paradise” ook gestolen is, is bekend en er is nog voor betaald ook aan degene die ”Lowlands Flight To Paradise” eind jaren zestig verzon (later ook weer teruggebracht tot ‘De Flight’). De Utrechtse kunstenaar Bunk Bessels eiste van ons een bedrag geld voor een cultureel project van de Unesco en een kleurenprinter.
Daar waren wij het snel over eens.

Wat drijft iemand er toe om een liedje van Tom Petty (zie boven) als inpiratiebron voor je feestje te gebruiken? Ik moet dat nog eens precies bij de oervaders navragen.
Nou ben ik zelf een enorm liefhebber van Tom Petty en vind ik zijn liedjes bijna allemaal net zo goed klinken als die van Bob Dylan of Neil Young, maar mijn generatiegenoten zijn uit overdreven puriteinse overwegingen dat op voorhand absoluut niet met mij eens.
Tom Petty ziet dan wel niet uit, maar hij kan mooie liedjes schrijven. Wat te denken van „Free Falin’” etc., etc.
Jammer dat ie in Nederland niet vaak te zien is.
Whatever. ”Into The Great White Open” is een leuk liedje dat al na 1x luisteren blijft hangen, en als je de videoclip hebt gezien dan doet dat eigenlijk een beetje afbreuk aan de tekst, want daar kun je best zelf wat bij verzinnen.
Als de zon over dit voornamelijk burgerlijke, en toch wat saaie familie-vakantie-Wadden-eiland schijnt, gaat dat over het algemeen gepaard met diezelfde wolkjes die je op de poster van het fesival kunt zien, en die je nogal vaak boven de Wadden kunt zien, prachtig, mooi, dat is dan misschien wel great wide open. Maar behalve de blauwe wolken (‘them skies of blue’’) is er weinig overeenkomst met het festival op het eiland Vlieland, wat mij betreft.
Of toch? ‘A rebel without a clu’ misschien?

Knijntje Aan de lettering is voor de kleintjes een konijntje aan toegevoegd. Jammer genoeg waren er geen t-shirts voor grote mensen met zo’n konijn erop, alleen voor de kids dus. Toch maar een groot shirt in een soort vaal camouflage-legergroen gekocht a 18 euro bij een eenvoudige, niet overdadige merchandisingstand, bij een wellicht minderjarige vrijwilligster.
Met dat shirt in de collectie kan ik later toch bewijzen dat ik erbij was, die eerste keer!
En dat er bij horen daar gaat ‘t ‘m eigenlijk om volgens mij.
Het festivalboekje geeft aan dat het een verslavend eiland is, daar wil ik dan nog wel eens over discussiëren, want dat zie ik niet helemaal. Eigenlijk is het een super suf eiland, waar niet zo heel erg veel te doen is (op de oefeningen van de luchtmacht na), en waar de ‘Dorpsstraat’ precies is wat het woord zegt.

Een journalist vroeg mij ter plekke „wat zoek jij hier nou? Of wat denk jij hier nou te vinden?”
Uiteraard zoek je –opgezadeld met een beroepsdeviatie als het festivals betreft- naar de kern, naar het wezen van een festival.
Het voorwoord in het boekje verklapt het al een beetje:
‘(…) Trots zijn we, bijzonder trots dat dit jaar de eerste editie plaatsvindt van dit nieuwe festival. Het is een idee waar vele vrienden vader van zijn. Gelijkgestemden en liefhebbers onder elkaar en werkten aan hun eigen droomfestival….Het idee was een totaalfestival en een totaalfestival is het geworden. (…)’
Maar de website van het festival verwoordt de idee beter:
Into The Great Wide Open is een samenzijn op Vlieland, ver weg op De Wadden, met je vrienden en familie.’
En ondanks, of dankzij al die pretenties, is that what it is about.Had al wat bier genuttigd..
Dat samenzijn begint met de vrienden die gemiddeld de dertig zijn gepasseerd en net pappa en mamma geworden zijn, of dat al met vallen en opstaan een jaar of 6 (max 10) aan het uitvinden zijn. Ik durf te wedden dat eigenlijk alle vierduizend kaartkoper elkaar op de een of andere manier kennen, een optelsom van aan elkaar verwante,voornamelijk grootstedelijke scenes van muziekliefhebbers/freaks en aanhang uit Eindhoven, Nijmegen, Amsterdam, Margriet (Tivoli) bij de inname lege glazen Rotterdam en vooral Utrecht. Tivoli directrice Margriet zit niet voor niks in het bestuur, en initiator Ferry Roosenboom (vele vaders is te bescheiden) van het bijzondere platenlabel Excelsior heeft praktisch zijn hele kennissenkring en artiestenstal weten te bewegen om iedereen bij elkaar te twitteren, te msn-en, etc., etc. Ondanks het feit dat het toch maar even 4000 ‘liefhebbers’ betreft, wordt het festival gekenmerkt door een zwaar ons-kent-ons gehalte, en dat begint bij de afvaart in Harlingen…

Die afvaart mag gerust slordig genoemd worden. Voor de meeste veerbootpassagiers was het gewoon zoeken, en door een apert gebrek aan bebording stokt het in de vertrekhal al snel, en mede door het slechte weer, d.w.z. de harde wind, werd er een afvaart minder ingezet dan gepland, blah blah.
Ter plekke is het duidelijk dat het ook een organisatorisch makke betreft van de firma Doekse, de vervoersmaatschappij die tevens sponsor is van het festival. Sponsor me dunkt, het geeft ook nog eens 4000 extra overtochten en dat is toch voorwaar een leuke extra financiële opsteker, waar de festivalgangers toch iets meer waar voor hun geld voor hadden mogen ontvangen i.p.v. 45 minuten vertraging en een geruststellende toespraak van de kapitein tijdens de overtocht met een te summiere uitleg zonder enig mea culpa. Alsof men zoiets nog nooit aan de hand had gehad.
De festivalgangers ondergaan dit alles uitermate beleefd, misschien wel iets te weinig kritisch, terwijl het dit type festivalganger normaliter niet aan kritisch vermogen ontbreekt.
Aan boord, gezeten in de luxueuze stoelen, leest men het festivalboekje dat je bij de ingang van de boot van een stapeltje kunt pakken. Verder is het redelijk tot opmerkelijk muisstil, onderbroken door de nodige ooohs en aaahs wanneer de voorplecht zwaar omhoog getild wordt door de wilde golven. De overtocht zelf duurt niet erg veel langer dan gebruikelijk.
Met z’n allen wachten tot de boot vertraagd vertrekt, een bumpy ride op zee, een hoop gehassle bij aankomst, het zijn allemaal elementen die de onderlinge lotsverbondenheid van deze specifieke festivalgangers (waarvan velen hun kleinere kroost meezeulen met emmertje en schepje etc,) verhoogt tot een onuitgesproken hippie nivo van brothers & sisters, het samenzijn waar de website het over heeft.
Naast mij zit een soort baliekluiver met een zware bril op, die heel stil is, want het is inderdaad een bumpy ride. Hij blijkt ‘s avonds de Amerikaanse zanger van The Shack Shakers uit Tenessee te zijn, wat een andere man opeens…geen echte zeerot.

Vollek! Aan de kade van Vlieland is het een gehassle met koffers, tassen en bagage, een run op respectievelijk de fietsenverhuurders en de balie van het VVV-kantoor.
Het is een af- en aanrijden van taxi’s, personenbusjes, vrachtauto’s en gewone auto’s.
Op geruime afstand staat een politiejeep met agenten toe te kijken. Ik verwacht dat er elk moment een diender zal uitstappen om een nadere blik bij een passagier in de tas te werpen op zoek naar verdovende drugs, die ik overigens nergens gezien of geroken heb.

[Opeens kreeg ik een deja-vu. Ik was hier al een tig aantal jaren eerder geweest…met de schoonouders voor een familie-uitje. Ook toen had ik eigenlijk al de pest er over in dat ik m’n auto niet mocht meenemen. Die pest ter plekke groter toen ik bij het betreden van de kade nabij de aankomsthal zowat van de sokken werd gereden door een local met PC Hooftstraat tractor, die ook nog eens in een soort bastaard-Fries begon te schelden. Dat verblijf was toen geen succes.]

Met de uitnodiging van Sytze van Tivoli om op het festival aanwezig te zijn, kreeg ik ook een kamer in ‘Hotel Westcord’, voor twee nachten.
Alleen nergens een bordje met die naam bij de haven, noch in de Dorpsstraat. Dan maar in de lange rij bij het VVV. De mevrouw achter de balie –zichtbaar al knap flauw van alsmaar dezelfde vragen naar de bekene wegen de hele dag- wist mij te vertellen dat het drie hotels geeft met die naam op Vlieland. Wat nu?
‘Welke Westcord bedoelt U?’
Geen idee. ‘Vlak bij de haven’, had Sytze erbij gezegd.
‘Ik bel de organisatie even, mevrouw’. Alleen was er niemand bereikbaar bij de organisatie, ik stuitte slechts op ‘voice-mail’… Ferry gebeld:
‘Ik denk dat jij bij de artiesten in het hotel zit, dat heet Zeeduin.’
‘Zeeduin’ , meld ik tevreden aan de VVV mevrouw.
‘Waar is dat mevrouw? Is dat op loopafstand?’
‘Ja hoor, Dorpstraat in, en dan naar rechts, dan bent U er zo.’
Dat werd dus een hele tippel, koffer met wieltjes gelukkig, maar wind en regen tegen. Ik voelde me een Vierdaagse-loper met de verkeerde schoen aan, die geen weet had van de Zevenheuvelenweg.
Het Hotel (de goede)Aangekomen bij de balie van ‘Strandhotel Seeduyn’ blijkt het aanvankelijk geen kamer voor mij te geven. Leek er zelfs even op of ik de kamer met Agnes van Paradiso moest delen. ‘t Moest niet gekker worden.
Sytze erbij geroepen. En plotsklaps stond ik toch op de lijst. Kennelijk allemaal kleine misverstanden.

Westcord is een keten, en tot voor kort behoorde dit hotel tot Golden Tulip.
Het hotel is aan de Noordzee gelegen met in de folders de belofte van een uitzicht op zee en duinen. In mijn geval een leeg zwembad en een fietsenstalling. Maar ach, een kniesoor die daar op let.
Terug naar de balie. Volgens Ron Euser kon ik daar een fiets huren. Niet dus. ‘Alleen in het dorp, meneer. Maar uh, ‘t is net 6 uur geweest, dus dat gaat ‘m niet meer worden!’
‘Godverdegodver. Dan maar lopes’.
Ook de beloofde artiesten-shuttles waren er niet.

Op de kaart in het boekje van het festival staan geen hotels, maar met een beetje de- en inductie meen ik een tussendoorpaadje naar ”Camping Stortemelk” gevonden te hebben. En plotsklaps gaat het weer regenen, maar nu pijpenstelen. Een tochtje over de camping leert al snel dat de mededeling op de website dat de camping vol is, toch een beetje onzin is, plek zat.Flowers are OpenThe gardens are Open
The People are Open 
Brave festivalkampeerders Wat onmiddellijk opvalt, is dat het rondom de tentjes en nergens op het terrein troep geeft. We hebben dus in tegenstelling tot Biddinghuizen, hier -op deze camping althans- te maken met hele nette kampeerders, fatsoelijke mensen.
Her en der ijzeren haringen, maar het advies om houten haringen te gebruiken is gemiddeld goed opgevolgd.
Her en der geeft het kleine tentjes die er niet best bijstaan, maar die hebben waarschijnlijk of nog nooit gekampeerd, of die konden kennelijk geen houten haringen meer krijgen.
Stortemelk is een zeer eenvoudige camping met een vreselijk ongezellige kantina (type efficiente laagbouw), kampburo en dito kampwinkel van de firma Klaver 4, die ultra goede zaken doen op alle nivo’s, maar vooral op het nivo van poncho’s en laarzen (‘Sorry, maar morgen hebben we ze weer’).
Nou was ik daar al niet ingetrapt, dus die buil kon ik niet meer vallen; ik had mijn eigen festivalset in de koffer meegenomen. Servicepunt
Op zoek naar een polsbandje.
‘Meneer, ik zoek Ron Euser of Sytze van Tivoli, of het productiekantoor’.
Een meneer met duidelijk zichtbare portofoon, duidelijk van de organisatie („Ik ben de productie”), zegt de heren niet te kennen. Hij verwijst mij streng naar de legertent een paar meter verderop. Daar sta ik netjes op de lijst en krijg een blauw, papieren bandje. Dat helpt.

Overstekende wildenVan Camping Stortemelk loopt een korte, verharde weg naar een kruispunt en daartegenover ligt ”Het Sportveld”, gelegen tussen het ”Kamppad” en de ”Uitlegger”. Het sportveld is een open plek in het bos. Het veld is omgeven door een houten afzetting, zoals die in Roskilde inmiddels is verboden, maar die wel heel milieu-vriendelijk overkomt, althans een stuk minder aggresief dan het bekende Heras met welk zeil er op dan ook. (Alhoewel ik de zeilen op Het Zwarte Cross met de teksten ‘Zwarte Cross absoluut Kane vrij’ wel heel sterk vond.) 

U bent binnen Komt u binnen

Extreme toegangsbeveiliging De entree is niet echt uitnodigend, maar sympathiek en primitief te noemen. Een aantal burotafels met rood-wit afzetlint completeren het eenvoudige geheel. Prima. Het publicum respecteert deze insteek en loopt gedisciplineerd naar binnen. Op het veld geeft het een zgn ‘spanzadel’-stage, zoals je die bij De Beschaving zag en die in Biddinghuizen Charlie heet. Kan net, geen luxe, maar hoeft ook niet bij dit feest.
SpanzadelStage  Op het podium staat Kyteman, bezig met het zoveelste laatste optreden en het bekende plaatje. De meeste mensen voor het podium klappen netjes en zien dat de band er inderdaad precies de muziek maakt die in de recensies en albumbesprekingen van de NRC stond. Tikkeltjes exotisch, maar op zich ongevaarlijk.
Schuilen in de bar bij KytemanEen kwaadwillende OOR-recensent zou hebben kunnen schrijven dat enkele van de bandleden van Kyteman waarschijnlijk de enige niet-blanken waren op het hele Arische festival. Het publiek is namelijk 99,99% wit, voornamelijk hoger-opgeleid, boven de 32,5 en komt om zich zelf te bewijzen dat dit een leuk festival is. Dit festival laat zich niet kisten door regen, primitieve omstandigheden en te weinig budget.
Is dat allemaal erg? Nee, totaal niet.

InfopuntReuzenrad Eco-omheining Het Festival  DSC02601_wl
Gelukkig worden hier de festivalmuntjes (wel van die plastic matjes, maar ok dat moet kunnen) gewoon met de hand verkocht; gekker nog: Ferry stond zelf aan de kassa! 
Hier geen HKU-dametjes met klemborden, vijf portofoons en scheurende golfkarretjes, zeulende Heineken-mannen met bierbuiken, een overdaad aan overbodige, voornamelijk booskijkende, koffieslurpende security. Iedereen en allemaal op de fiets, behalve ondergetekende dan.
De politie deed de hele klus met 1 meneer (niet van het eiland) en 1 blonde dame (heel bekend op het eiland; mijn taxichauffeur vond het een beetje een kutwijf; „…maar beter 1 kutwijf van het eiland dan een bus vol eikels van de vaste wal met evenveel laserguns”). Jammer dat ze zo’n opvallende outfit aanhadden, waardoor ik een paar keer het idee kreeg dat er iemand onder motorescorte naar een ambulance afgevoerd moest worden. Maar er gebeurde helemaal niks.
Brave, beleefde festivalgangers, die hun biertje drinken, alternatief voer aanschaffen bij de Cantina Mobile en hun kroost in het draaimolentje zetten. Daar heb je eigenlijk helemaal geen security voor nodig. En om heel eerlijk te zijn, de ingehuurde security kan ook gemist worden, al was het maar omdat de heren duidelijk totaal niets met het festival hadden (een beetje het Motel Mozaique gevoel a.h.w.), al was het maar omwege hun ME-achtige outfit.

 

 De Kolderzolder voor de kleintjesLollies maken in de Kolderzolder Cowboy SissiesHup de grachtengordelkids in de bakfiets 

De BolderSummum van samenzijn is de locatie ‘De Bolder’. Als je er nog nooit in geweest bent, heb je daar toch echt een heel ander idee op voorhand over… Het betreft de kantine van de camping, ingericht met ultra-hippe van juthout gefabriceerde meubels waar inmiddels die hele Nederlandse kusthoreca van is vergeven. Heel erg milieu, dat wel; maar het kan ook tegen gaan staan.

[Die kantina riep bij mij onmiddellijk jeugdtrama’s op. Nu ben ik al geen kampeertype, ook nooit geweest, maar dit soort gezelligheid is totaal niet aan mij besteed. Als ik nu 14 zou zijn geweest, verplicht met m’n ouders op vakantie naar deze camping had gemoeten, dan had ik m’n broertje getwitterd dat we volgend jaar er tussen uit zouden knijpen naar een ver land om de bingo-avondjes in zo’n kantina te vermijden.]
De Bolder was permanent afgeladen vol (ook al vanwege de regen). Dat gold ook voor de aanpalende ruimte, een soort toneelzaaltje met laagplafond en podium dat mij deed denken aan een jongerencentrum in Tiel midden jaren 80. Ik kan mij voorstellen dat op dat podium in de zomervakantie een locale band het kampeerpubliek vermaakt na de bingo en de knutselmiddag voor de kleintjes.
Maar als je met z’n allen wilt dat het gezellig is (en het buiten plenst), dan wordt het gezellig!
En zo was dat ook. Van Lucky Fonz kreeg ik een sms-je dat hij daar die nacht zijn heil had gevonden en er tot het einde zou blijven.

Arttrail De wat onduidelijke ‘Arttrail’ was door de regen een beetje in het water gevallen, en het spoor geprinte letters op het strand bleek er door de rest van het jaar ook al getrokken te worden.
Na ”Th’ Legendary Shack*Shakers” heb ik nog geprobreerd om bij ‘De Oude Stoep’ naar binnen te komen om Dj St. Paul & Quasimodo aan het werk te horen. Voor de deur een rij van Hier tot Harlingen, en dan ben ik meestal snel weg, want in de rij staan, daar heb ik een kut-hekel aan.
De locale jeugd voor de deur –op de Dorpsstraat- had er ook zo zijn eigen idee over.
De een tegen de ander in een soort Gronings-Fries slang:
‘’t Eiland is vergeven van die fuckin’ interlecturele en studenten!’Pocho's!
Ik had ‘t wel gehad voor deze avond en zocht vergeefs naar een friettent, maar alles wat reeds ruim gesloten. Dan maar een taxi, maar ook die service gaf het niet meer.
Moest ik godverdegodver weer naar het hotel lopen. 
En toen begon het nog harder te regenen. Gelukkig had ik een extra poncho bij Klaver 4 aangeschaft in een vlaag van voorzienigheid.

Ik nam mij voor eens goed uit te slapen, want ik had een kamer voor 2 dagen, dacht ik.
Uitslapen, het was na vieren, en het bordje ‘Don’t disturb’ op de deur, zou moeten helpen…., dacht ik.
Om 08.00 uur werd er op de deur geklopt. Negeren.
Om 10.00 uur werd er weer geklopt met wat gestommel op de gang.
‘Nee’, riep ik, en dacht ‘Godverdomme, fuck off’.
Om 11.00 uur werd er weer geklopt met wat heviger gestommel op de gang.
Nee’, riep ik, en dacht weer ‘Godverdomme, fuck off’.
Om 12.00 uur werd er hard geklopt, en de ging er een sleutel in het slot en kwam er een grijze Sidonia in hoteluniform met zwaar Fries accent vertellen dat ik van de kamer moest.
Pardon, dat moet een misverstand zijn, mevrouw!
Dan moet U een 9 draaien en met de receptie bellen, meneer’.
3x een minuut of tig nummer 9 gedraaid, niks.
Ik loop de gang op, op zoek naar Sidonia.
En in het washok ontwaar ik haar.
‘9 doet niks!’
Sidonia pakt demontratief haar mobiele telefoon, en begint demontratief een 9 in te drukken.
Niks. Ook niks.
Verontschuldigingen volgen en ze biedt aan om naar de receptie te gaan. Komt snel terug met de mededeling dat ik nog een nachtje in de kamer mag blijven.
‘Dank U wel, mevrouw’
Op m’n hotelkamer bleek de wire-less 5,95 per uur te kosten middels T-Mobile, maar ik had minder dan 60 minuten nodig om mijn retourreis met de Snelboot om te boeken naar een eerder tijdstip.
Wegwezen.
Eigenlijk had ik ‘t wel gezien.
Ik draai nog een keertje het rondje Stortemelk, Sportveld. Bestudeer aan het strand het ‘Schatgraven voor de kinderen’, bij de ‘Kolderzolder’ het ‘Zelf Lollies Maken’.
Dan loop ik over het wijdse strand terug naar naar het hotel. Ook geen kleine tippel, vooral met 6 Beaufort en regen tegen.
Ik wil weg. Ik weet genoeg.

Evenwel, zoveel afvaarten naar de vastenwal geeft het per dag niet vanaf Vlieland.
De taxi-chauffeur bekent tijdens de rit naar de haven, dat het eiland rustig heeft geslapen en dat de locals opgelucht zijn, ze hebben van die vermeende hooligans 0 last gehad, geen brievenbusplassers, geen discotafrelen. Grote opluchting.

Het werd ‘de gewone boot’, ook van 16.45 uur, tevens de laatste van die dag.
Ik zie toch op de boot her en der meer spijtoptanten met modder op de sneakers en gehavende campingbagage etc.
Op de boot terug zit ook Harry Hamelink van Motel Mozaique, hij heeft ook besloten tot een eerdere aftocht.
We analyseren de hele case van A tot Z, soms met verbazing, soms met een glimlach.
Ging het nou echt om een muziekfestival, of een weekendje met the kids weg naar een waddeneiland met een paar ongevaarlijke bandjes die je al had kunnen zien in Tivoli? We weten het ook niet precies. Samenzijn, dat is het geheim van de bakker; dat moet men proberen te cultiveren.
Mooi festival, chapeau, uitverkocht. Ik ben jaloers, deBeschaving gaf maar 100 man meer, maar was een financieel debacle van de bovenste plank. En dit kan met 100 man minder uit. Voorwaar een prestatie.

Wat zou er allemaal anders moeten?
Niks, helemaal niks.
Geen sponsors accepteren die de hele hand nemen, geen golfkarretjes.
Niet veel meer mensen toelaten, ofschoon een paar duizend man extra geen probleem zou moeten zijn op het eiland, hoogstens voor Doekse en de fietsenverhuurders.
Blijf weg uit dat dorp, de festivalgangers vinden het dorp zelf wel als ze daar behoefte aan hebben. Beperk je tot de camping, bouw dat desnoods nog wat uit met meer meet & greet locaties, want De Bolders is te snel vol (vooral als het regent).
En een paar borden extra her en der in Harlingen voor de firstcomers om de richting aan te wijzen, dat kan de kop niet kosten.

They made a record and it went in the chart
The sky was the limit